Om vlees te kweken moet je cellen vermenigvuldigen. Je kan het vlees van alle dieren namaken. Dat wordt nu vooral gedaan met varkens, koeien en kippen. Daarvan worden stamcellen afgenomen. Die worden in een bioreactor machine vermenigvuldigd en gevoed met groeivloeistof waarna ze zich gaan delen.
De stamcellen kunnen worden opgekweekt tot een ander type cel, bijvoorbeeld een spier- of vetcel. Als je daar genoeg van hebt, kun je een stukje vlees maken. Dat proces duurde in het begin nog maanden, intussen duurt het vier dagen.
Het is al een hele tijd ‘een grote belofte‘: kweekvlees. Een echt stukje vlees waar geen dier voor is gestorven en waarvoor veel minder water en land nodig is dan bij de reguliere veehouderij. Maar vooruitgang gaat langzaam.
Ruim tien jaar geleden werd de eerste in het lab gekweekte hamburger gepresenteerd, en nu hebben de eerste mensen binnen de Europese Unie dus een kweekvarkensworstje kunnen proeven. Het duurt nog wel tien jaar voor het overal in de supermarkt ligt.
Heel normaal worstje
De proevers moeten niet iets bijzonders verwachten. “Het is een heel normaal worstje. Het ziet eruit, smaakt, ruikt, als normale varkensworst. Maar met de verkoop van het kweekvlees hopen ze in 2040 zeker 130 miljoen ton broeikasgasuitstoot, 300 miljard liter water en 14 miljoen dierenlevens te hebben bespaard. Maar dan moet het wel makkelijker en goedkoper worden om ze te maken, en zo ver is het nog niet. Het maken van kweekvlees is nog steeds erg duur. Niet meer zo duur als die eerste hamburger in 2013: daar zat voor bijna 250.000 euro aan onderzoek, materiaal en productiekosten in.
In de onderstaande link een nieuwsbericht en interview met de maker van kweekvlees.
Wat is jouw eerste gedachte bij dit bericht over kweekvlees?
Zou jij kweekvlees kopen als het in de winkel komt?
Wat lijkt jou een nadeel van kweekvlees?
Wat lijkt jou een voordeel van kweekvlees?
Bron: NOS
Weet jij wie de tegenstanders van kweekvlees zijn en waarom?
Weet jij wie de voorstanders van kweekvlees zijn en waarom?